Coaching ASSentie
Menu

Blog

Ik werk met duidelijke categorieën, zodat je makkelijk vindt wat je zoekt:
Prikkelverwerking
Artikels over hoe we zintuiglijke informatie verwerken, wat er kan mislopen, en wat wél werkt.
Autisme in het dagelijks leven
Herkenbare situaties, tips en denkpistes om autisme niet te willen ‘fixen’, maar te begrijpen.
Autisme op school
Herkenbare situaties, tips en denkpistes om leerlingen met autisme op school te ondersteunen.
Casussen uit de praktijk
Echte verhalen uit mijn praktijk, geanonimiseerd, die inzicht geven in gedrag en onderliggende noden.
Voor ouders & opvoeders
Kleine tips, vragen en tools die helpen in het dagelijkse leven thuis.
Voor leerkrachten & professionals
Artikels gericht op klascontext, therapie, zorg en inclusieve ondersteuning.
Persoonlijk & visie
Hier lees je wat mij drijft, waar ik van droom en wat ik onderweg leer.
PDA - Pathological Demand Avoidance
Informatie en bedenkingen over het PDA profiel, een profiel op het autismespectrum.

PDA, polyvagaaltheorie en ACT: helpend of net een brug te ver?

24/7/2025

0 Opmerkingen

 
De afgelopen tijd ben ik me steeds meer gaan verdiepen in het PDA-profiel – een vorm van autisme die nog weinig bekendheid krijgt, maar wel steeds vaker herkend wordt. Bij kinderen (en volwassenen) met een PDA-profiel is er sprake van een extreme vermijdingsdrang ten opzichte van elke vorm van externe eis. Wat opvalt: het gaat hier niet om onwil, maar om een diepgevoelde nood om controle te houden, vaak uit angst, overprikkeling of een overweldigende stressrespons.
Die nood aan controle is niet zomaar een gedragskenmerk, maar raakt aan de kern van hoe deze kinderen de wereld ervaren. En net daar kruist PDA een ander thema dat mijn interesse wekt: de polyvagaaltheorie en ACT-therapie (Acceptance and Commitment Therapy).
Tijdens één van de begeleidingen in mijn praktijk was ik op zoek naar een actieve vorm van therapie voor een cliënt. Ik kwam toen onder andere uit bij klimtherapie, gebaseerd op ACT-principes. ACT, kort voor Acceptance and Commitment Therapy, is een therapeutische benadering waarbij niet zozeer het ‘probleem’ wordt weggewerkt, maar waarbij cliënten leren omgaan met moeilijke gedachten en gevoelens. De focus ligt op het aanvaarden van wat je niet kunt controleren, en tegelijkertijd kleine stappen zetten richting wat je écht belangrijk vindt.
Terwijl ik las over ACT, werden mijn gedachten ook gestuurd naar de polyvagaaltheorie – een neurofysiologische theorie ontwikkeld door Stephen Porges. Deze theorie beschrijft hoe ons autonome zenuwstelsel voortdurend aftoetst of we veilig zijn, en hoe die inschatting ons gedrag aanstuurt. Vanuit die lens zijn sociaal gedrag, vermijden, agressie of shutdown geen ‘keuzes’, maar biologische reacties op (on)veiligheid.
ACT en de polyvagaaltheorie zijn vormen van therapie die zich niet richten op het ‘wegwerken’ van problemen, maar op het leren accepteren van moeilijke gevoelens en het engageren voor waarden — zelfs als dat ongemak met zich meebrengt. Ook daar zit een belofte voor mensen met autisme: niet de omgeving hoeven veranderen, maar wel handvaten krijgen om ermee om te gaan.
En toch… wringt het ergens. Accepteren dat autisme niet flexibel is — en toch vragen om flexibiliteit?
Wat werkt voor ‘klassiek’ autisme, werkt niet altijd voor PDA
Bij klassieke autismeprofielen is een benadering zoals ACT vaak heel helpend. De combinatie van structuur, voorspelbaarheid en een kader om met emoties en gedachten om te gaan, biedt houvast en vergroot de veerkracht. Ook de polyvagaaltheorie sluit goed aan: door triggers van onveiligheid te leren herkennen, kunnen mensen met autisme hun zenuwstelsel beter begrijpen en reguleren.
Maar bij een PDA-profiel gelden vaak andere wetten. Waar kinderen met ‘gewoon’ autisme soms net floreren bij duidelijke kaders en herhaling, roept diezelfde voorspelbaarheid bij PDA-profielen weerstand of vermijding op. Ze voelen zich dan net gecontroleerd in plaats van ondersteund. Ook de opbouw van veel ACT-oefeningen – waarbij je bijvoorbeeld bewust leert omgaan met spanning of leert kiezen in functie van waarden – kan aanvoelen als een subtiele vorm van sturing of ‘mentale dwang’.
Het verschil zit niet in wat we aanbieden, maar hoe we het aanbieden. Niet ‘dit is helpend, probeer maar eens’, maar ‘ik ben benieuwd wat jij nodig hebt om dit misschien samen te onderzoeken’.
In dat spanningsveld is de inzet van ACT of de polyvagaaltheorie best dubbel. Want hoeveel autonomie geef je als je tegelijk verwacht dat iemand ‘acceptatie’ ontwikkelt? Is ‘acceptatie’ van een situatie dan niet opnieuw een subtiele eis, hoe mild ook verpakt?
Bij veel PDA-profielen zie je bovendien een sterke behoefte om zelf tot inzichten te komen. Ze zijn vaak meerbegaafd, kritisch, en wantrouwig tegenover informatie die van buitenaf komt. Psycho-educatie – nochtans vaak een standaardonderdeel van ACT – kan dan aanvoelen als een aanval op hun autonomie. Ook autonomiegericht werken is geen kant-en-klare oplossing: keuzes bieden kan bedreigend zijn voor kinderen die worstelen met perfectionisme of faalangst, wat bij PDA heel vaak meespeelt.
De paradox van helpen zonder op te leggen
Wat ik voel, is dit: ACT en de polyvagaaltheorie kunnen absoluut waardevol zijn. Maar alleen als ze op een heel sensitieve, afgestemde manier worden ingezet — zonder dwingende formats, zonder verwachtingen, zonder haast. Geen protocol, maar een houding. Niet: ‘Je moet dit leren aanvaarden’, maar: ‘Ik blijf naast je staan, ook als het niet lukt. Jij mag meebepalen wat veilig voelt.’
Bij kinderen met een PDA-profiel ligt de kracht niet in de theorie an sich, maar in de therapeut die durft loslaten. Die weet dat veiligheid niet zit in ‘je best doen’, maar in relationele nabijheid. Die accepteert dat ‘werken aan iets’ soms betekent: niets doen. Alleen zijn. Wandelen. Spelen. Stil zijn. En pas als het kind zegt: “Dit helpt mij”, zijn we op de goede weg.
En nu?
Ik geloof dat er meer onderzoek nodig is naar effectieve therapieën voor PDA-profielen, zeker bij kinderen. Op dit moment loopt de praktijk mijlenver voor op de wetenschap. Veel therapeuten varen op hun buikgevoel, op ervaring, op wat werkt in de ruimte tussen verwachting en contact.
Ik geloof dat we nog veel moeten leren over hoe we kinderen met een PDA-profiel écht kunnen ondersteunen. Voor mij is het duidelijk: ik wil me verder verdiepen. In PDA, in ACT, in polyvagaal werken. Niet om een pasklare aanpak te vinden, maar om mijn kaders te verruimen. In gesprek met anderen, in bijscholing, in reflectie. Want het feit dat PDA niet in de DSM staat, betekent niet dat het niet echt is.
Soms is het enige dat echt werkt: niet té snel willen helpen. Niet té veel uitleggen. Maar begrijpen, vertragen en samen zoeken. Zodat het kind zelf kan voelen: “Ik mag zijn wie ik ben. En ik mag zoeken op mijn tempo.”

0 Opmerkingen

Slaap, eetpatroon en PDA: wat is er bekend of vermoed?

24/7/2025

0 Opmerkingen

 
1. Slaap en PDA: een gespannen relatieBij kinderen met (vermoedelijke) PDA worden vaak volgende slaapkenmerken gerapporteerd:
  • Moeite met inslapen
    Veel kinderen met PDA kunnen niet “zomaar” gaan slapen op commando of routine. Slapen betekent loslaten, controle afstaan, en dat kan bij PDA heel moeilijk zijn. De slaaproutine voelt vaak aan als een externe eis, en roept daardoor stress en verzet op.
  • Angst- of spanningsgerelateerd uitstelgedrag
    Kinderen blijven vaak op tot ze letterlijk instorten, of hebben rituelen nodig om zichzelf tot rust te brengen. Dit uit zich soms in veel vragen stellen, theatraal gedrag, of zelfs plots een hevige interesse in iets “net voor bedtijd” (een typische PDA-reactie op verwachte rustmomenten).
  • Oververmoeidheid ondanks veel nood aan slaap
    Het lichaam lijkt in een constante staat van alertheid te blijven. Dit sluit aan bij wat sommige onderzoekers het autistisch verhoogd arousalniveau noemen, en wat bij PDA nog versterkt wordt door constante controlebehoefte en stress.
Melatonine, zoals Noah nu neemt, wordt vaak gebruikt bij kinderen met autisme (en ADHD) om dit patroon te ondersteunen. Bij veel kinderen helpt het om de inslaaptijd te verkorten, maar het verandert niet altijd het onderliggende mechanisme.

2. Eten, PDA en controleBij eten zien we bij kinderen met PDA ook heel specifieke uitdagingen, vaak sterk gelinkt aan autonomie en zintuiglijke prikkels:
  • Verlies van eetlust door medicatie
    Medikinet (zoals veel stimulantia) onderdrukt tijdelijk de eetlust, zeker bij jonge kinderen. In combinatie met de zintuiglijke gevoeligheden en controlebehoefte die veel kinderen met PDA ervaren, kan dit leiden tot:
    • Gewichtsverlies
    • Selectief of rigide eetgedrag
    • Weerstand tegen eetmomenten (“moeten eten” = externe eis)
  • Voeding als strijdtoneel
    Sommige PDA-kinderen ervaren moeten eten als een vorm van druk, zelfs als het subtiel is (“kom, eet nog een paar hapjes”). Dit kan leiden tot verzet, onderhandelingen of volledig vermijden van maaltijden.
  • Prikkelgevoeligheid
    Textuur, geur, kleur, geluiden aan tafel… alles kan meespreken in de voedselkeuze. Dit overlapt met klassieke kenmerken van autisme, maar krijgt bij PDA vaak een vermijdend, strategisch of sociaal gestuurd kantje.

Is er onderzoek?Er is nog geen specifiek wetenschappelijk onderzoek dat slaap of eetgedrag systematisch onderzoekt binnen het profiel van PDA, maar wel:
  • Studies over slaapstoornissen bij kinderen met autisme: geven aan dat 40–80% van deze kinderen slaapproblemen ervaren (verstoorde melatonine-aanmaak, verhoogd stressniveau, moeilijkheden met transities).
  • Studies over eetproblemen bij kinderen met autisme en ADHD: tonen verhoogde kans op restrictieve eetpatronen, sensorische gevoeligheden en verminderde eetlust door medicatie.
  • Anekdotische en klinische bronnen (bv. PDA Society UK, klinisch psychologen) rapporteren slaapproblemen en eetverzet als vaak voorkomende thema’s bij kinderen met een PDA-profiel

0 Opmerkingen

Wat mijn zoon met PDA me leert over leren, onthouden en kritisch denken

24/7/2025

0 Opmerkingen

 
Mijn zoon heeft autisme, en bij hem komt dit tot uiting in een specifieke vorm die bekendstaat als PDA – Pathological Demand Avoidance. Deze vorm wordt gekarakteriseerd door een enorme behoefte aan autonomie en een sterke weerstand tegen verwachtingen of opdrachten. Zelfs simpele uitleg wordt vaak beantwoord met: “Hoe weet jij dat?” of “Waarom zou dat waar zijn?”
Wat me intrigeert – en waar ik steeds meer bij stilsta – is hoe hij omgaat met leren. Hij verzet zich heftig tegen nieuwe informatie. Hij zegt vaak dat hij me niet gelooft. Hij stelt alles in vraag. “Hoe weet jij dat?” “Wie zegt dat?” “Dat kan toch niet kloppen?” – en toch... onthoudt hij alles razendsnel. Niet ondanks die kritische houding, maar misschien net dankzij.
Wat me opvalt, is dat ondanks deze afwijzing van informatie, hij alles onthoudt – en snel ook. Dit bracht me terug naar iets wat ik tijdens mijn masteropleiding tegenkwam over diepe verwerking van informatie (Craik & Lockhart, 1972). Het idee is dat we dingen beter onthouden als we er actief mee bezig zijn, door bijvoorbeeld vragen te stellen of verbanden te leggen. Dit lijkt precies wat mijn zoon doet: hij wil eerst alles begrijpen en in vraag stellen, en juist daardoor onthoudt hij het later heel goed.
Tijdens mijn lectuur over PDA en leren, stuitte ik ook op de theorie van zelfdeterminatie (Deci & Ryan, 1985). Deze theorie stelt dat mensen het beste leren wanneer ze autonomie ervaren – dus wanneer ze zelf controle hebben over hun leerproces. Voor kinderen zoals mijn zoon, die zich verzetten tegen traditionele leerstructuren, betekent dit dat hun afwijzing van externe opdrachten waarschijnlijk niet een weigering is om te leren, maar een behoefte om hun eigen leerpad te kiezen. Wanneer ze die vrijheid krijgen, blijken ze vaak beter in staat om dingen diepgaand te begrijpen en te onthouden.
Ik vind het dus interessant dat, door zijn eigen kritische houding en behoefte aan autonomie, mijn zoon juist een manier van leren volgt die misschien wel effectiever is dan de traditionele benaderingen. Wat als deze kinderen niet moeilijk zijn, maar gewoon anders leren? Wat als de sleutel tot succesvol leren voor hen ligt in hun vermogen om zelf de controle te nemen en hun leerproces actief te sturen?
Dit roept een interessante vraag op voor toekomstig onderzoek. Hoe kunnen we kinderen die weerstand bieden tegen traditionele vormen van leren, ondersteunen in hun eigen zelfgestuurde leerproces, en hen tegelijkertijd helpen om effectief te leren?
In plaats van deze kinderen te zien als moeilijk, kunnen we ze wellicht beter begrijpen als anders lerend, en hen de ruimte geven om via hun eigen kritische lens te leren en zich te ontwikkelen.
0 Opmerkingen

Soms wil je gewoon even... stilte.

4/6/2025

0 Opmerkingen

 
Of een kamer zonder speelgoed. Zonder pratende mensen. Zonder zoemende apparaten.
Of zonder… verwachtingen.
Vandaag had ik er zo eentje.
Zo'n dag waarop alles nét iets harder binnenkomt.
Waarop m’n hoofd overloopt na een drukke werkdag op school, een thuiskomst vol verhalen van m’n kinderen, een mailbox vol vragen én nog een hoofd vol ideeën voor mijn boek.
En dan besef ik het opnieuw:
Die prikkelverwerking die ik zo vaak uitleg aan ouders, collega’s en leerlingen... die speelt ook bij mij.
Niet alleen bij kinderen met een label. Niet alleen in extreme gevallen.
Maar ook bij de mama die zichzelf even op pauze wil zetten.
Bij de leerkracht die geen vijf gesprekken tegelijk aankan.
Bij de coach die ruimte nodig heeft om écht te luisteren.
Als ik over prikkelverwerking spreek, dan gaat dat dus niet alleen over 'de ander'.
Het gaat ook over mezelf. Over mild zijn. Over signalen herkennen.
Over weten dat overprikkeling en onderprikkeling geen termen zijn uit de handboeken – maar uit het echte leven.
Herken jij dit ook soms?
Was jij vandaag ook vooral even gewoon… mens?
0 Opmerkingen

Autisme en prikkelverwerking: de onzichtbare basis.

4/6/2025

0 Opmerkingen

 
In gesprekken over autisme merk ik vaak dat we het snel hebben over gedrag, communicatie, structuur of sociale interactie.
Maar wat daar vaak onder ligt — en wat zelden als eerste ter sprake komt — is sensorische prikkelverwerking.
Kinderen (en volwassenen) met autisme verwerken prikkels anders. Soms veel intenser, soms juist minder gevoelig.
Een T-shirt kan ondraaglijk voelen. Een TL-licht kan pijn doen aan de ogen. Of geluiden, geuren, aanrakingen...
Die prikkels stapelen zich op. Tot het te veel wordt. Of te weinig.
Zonder inzicht in die sensorische basis, blijven we aan de oppervlakte werken.
Wat lijkt op ‘moeilijk gedrag’, is vaak een signaal van overprikkeling.
Wat opvalt als ‘afwezigheid of traagheid’, kan voortkomen uit onderprikkeling.
💬 In mijn praktijk start ik daarom bijna altijd met het sensorisch profiel.
Dat geeft taal aan wat anders onzichtbaar blijft. En het opent de deur naar meer begrip, verbinding en afstemming.
📣 Ik wil de komende tijd graag méér aandacht geven aan die belangrijke link tussen autisme en de prikkelverwerking.
Met praktijkvoorbeelden, inzichten en concrete handvatten voor wie dagelijks werkt of leeft met kinderen (of volwassenen) met autisme.
📩 Heb jij een casus of voorbeeld waar je wel eens een sensorische bril op wil zetten?
Stuur me gerust een berichtje — wie weet neem ik jouw vraag mee in een van de volgende posts (uiteraard anoniem).
0 Opmerkingen

Casus 2

12/5/2025

0 Opmerkingen

 
Sensorische prikkelverwerking is geen losstaand thema. Het is verweven in leren, gedrag, relaties en welzijn.
Door casussen te delen, wil ik laten zien hoe ‘kleine’ gedragingen vaak te maken hebben met een diepere zintuiglijke disbalans. Geen kind kiest ervoor om overprikkeld, afgeleid of teruggetrokken te zijn. Hun brein reageert.
Vandaag: Lena.
Lena (10 jaar) zit in het vijfde leerjaar.
Ze is slim, perfectionistisch en vriendelijk. Maar haar leerkracht signaleert dat ze zich moeilijk kan concentreren. Ze is vaak afgeleid, komt traag op gang en lijkt taken maar half te horen. Soms staart ze wat voor zich uit.
In het schoolrapport staat: “werkt te traag”, “mist instructies”, “lijkt niet betrokken”.
Maar wanneer ik Lena observeer, zie ik iets anders.
- Haar stoel kraakt zachtjes: ze wiebelt erop, zonder het zelf te beseffen.
- Ze friemelt constant aan haar mouw.
- Haar voeten glijden op en neer langs de stoelpoten.
Als ik haar vraag hoe ze zich voelt, zegt ze:
“Ik weet het niet… soms is mijn hoofd leeg, maar ook vol.”
Sensorisch bekeken
Lena is hooggevoelig voor geluiden. Ze hoort alles: fluisteringen, schuivende stoelen, tikkende pennen, het zoemen van de TL-lamp.
Tegelijk is ze een typische voeler volgens het model van Winnie Dunn: ze heeft een lage prikkeldrempel, maar reageert passief. Ze lijdt stilletjes.
Ze raakt overspoeld door prikkels, maar laat het niet merken. Geen boosheid, geen huilen, geen roep om hulp — alleen een stil brein dat dichtklapt.
We noemen dat ook wel bevriezen.
Wat kan werken voor Lena?
- Ze kreeg een koptelefoon met zachte achtergrondmuziek tijdens zelfstandig werk.
- Ze mocht een fidget gebruiken tijdens instructiemomenten.
- Af en toe rustmomenten inplannen doorheen de dag, op prikkelarme plekken op school.
- Er werd een rekker aan haar stoel gehangen waar ze mee haar voeten op kon wiebelen.
- Er wordt gebruik gemaakt van een timer om de tijd die haar nog rest voor een taak visueel voor te stellen.
Belangrijk: de aanpassingen waren klein. Maar het effect op haar focus en energie was groot.
Deze casus toont hoe je gedrag pas echt begrijpt als je het koppelt aan de binnenkant.
Concentratieproblemen zijn soms geen kwestie van wil, maar van prikkelbelasting.
Zie jij ook kinderen zoals Lena? Dan hoor ik graag hoe jij hen ondersteunt.
0 Opmerkingen

Sensorische profielen

12/5/2025

0 Opmerkingen

 
Wanneer je kinderen of jongeren begeleidt die over- of onderprikkeld zijn, dan is het verleidelijk om meteen op het gedrag te reageren: te druk, te stil, te snel afgeleid, te weinig betrokken.
Maar als we écht willen begrijpen wat er speelt, moeten we niet kijken naar wat iemand doet, maar naar waarom het gebeurt.
Eén van de kaders die me daarbij enorm helpt in mijn werk als leerkracht en coach, is het model van Winnie Dunn. Zij beschrijft vier sensorische profielen, gebaseerd op de manier waarop mensen zintuiglijke prikkels verwerken én hoe actief ze daar al dan niet op reageren.
➤ Sommigen hebben veel prikkels nodig en gaan er actief naar op zoek. Dat zijn de zoekers. Ze wiebelen, friemelen, maken geluidjes, zoeken beweging. Niet omdat ze ‘druk’ zijn, maar omdat hun zenuwstelsel meer input nodig heeft om zich goed te voelen.
➤ Anderen hebben ook veel prikkels nodig, maar reageren er niet actief op. Die kinderen vallen minder op. Ze zien of horen minder, missen aanwijzingen, reageren traag of lijken wat “afwezig”. Dit zijn de gevoelige of trage profielen.
➤ Dan zijn er ook kinderen met een lage prikkeldrempel, die snel overweldigd raken. Sommige onder hen reageren actief: ze vermijden drukte, lopen weg, sluiten zich af of gaan in de tegenaanval. Dat zijn de vermijders.
➤ En dan heb je nog de kinderen die net zo gevoelig zijn, maar passiever reageren. Ze lijden stilletjes, raken uitgeput, huilen snel, maar laten het niet snel zien. Dat zijn de voelers.
Wat ik zo waardevol vind aan dit model, is dat het ons leert om gedrag te herbekijken.
Niet als een probleem, maar als een uiting van een brein dat zoekt naar balans.
Het verklaart ook waarom standaardoplossingen soms niet werken. Een ‘druk kind’ kan evengoed overprikkeld zijn als onderprikkeld. En een stil, braaf kind kan vanbinnen volledig overspoeld zijn.
In mijn boek ga ik dieper in op elk profiel, met herkenbare praktijkvoorbeelden en concrete vertaalslagen naar thuis, klas en begeleiding.
💬 Herken jij deze profielen in je klas, praktijk of thuis? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen.
0 Opmerkingen

Casus 1

10/5/2025

0 Opmerkingen

 
Als we het hebben over sensorische prikkelverwerking, blijven we vaak hangen in theorie: zintuigen, types, gedragingen. Maar prikkels zijn altijd concreet. Ze kruipen in gewone situaties. In klaslokalen, gangen, refters, speelplaatsen.
Daarom deel ik in deze reeks echte, herkenbare casussen uit de praktijk. Omdat ze laten zien hoe sensorische prikkelverwerking zich toont in het dagelijks leven — en hoe we er met andere ogen naar kunnen leren kijken.
Vandaag: Tuur.
Tuur (8 jaar) zit in het derde leerjaar.
Hij is verstandig, is creatief en verbaal sterk. Maar elke middag na de speeltijd loopt het fout.
Hij komt onrustig terug naar binnen, klaagt over zijn klasgenoten, duwt iemand opzij, roept tegen de leerkracht of gooit zijn jas op de grond.
Soms volgt er een conflict, soms een straf, soms een time-out.
Als we alleen naar het gedrag kijken, dan zien we: Tuur is lastig, druk, onaangepast.
Maar als we zintuiglijk kijken, dan stellen we vragen als:
- Wat hoort Tuur op de speelplaats? (veel geroep, hoge tonen, fluitsignalen...)
- Wat voelt hij aan zijn lichaam? (veel kinderen dicht bij elkaar, onverwachte aanrakingen, fel licht...)
- Hoe verwerkt zijn brein al die input? (filtert hij die prikkels, of komt alles tegelijk binnen?)
Bij Tuur blijkt:
➤ Hij hoort álles. Elk piepje, elk geroep, elke windvlaag.
➤ Hij voelt zich snel fysiek onveilig tussen rennende kinderen.
➤ Hij weet niet hoe hij zichzelf tot rust kan brengen vóór hij weer naar binnen moet.
Vanuit dat inzicht zijn we kleine dingen gaan aanpassen:
✔ Hij kreeg een rustige plek in de klas bij het binnenkomen
✔ Hij mocht even ontprikkelen met een zacht sensorisch speeltje (fidget)
✔ We leerden hem herkennen wanneer het ‘te veel’ werd
En het gedrag? Dat veranderde vanzelf mee.
Casussen als deze tonen: gedrag is informatie.
Sensorische overbelasting is vaak de bron die we het snelst over het hoofd zien.
Werk jij met kinderen zoals Tuur?
Dan ben ik benieuwd naar jouw ervaringen of aanpak.
0 Opmerkingen

Blijven schrijven

8/5/2025

0 Opmerkingen

 
De laatste tijd merk ik dat ik niet meer kan stoppen met schrijven.
Misschien herken je het gevoel: dat je met iets rondloopt wat gezegd wil worden. Omdat het te belangrijk is om voor jezelf te houden.
Voor mij gaat dat over prikkels. Over wat ze met je doen, vanbinnen. Over kinderen en jongeren die overspoeld raken, terwijl niemand het lijkt te zien. Over volwassenen die al een leven lang ‘te gevoelig’, ‘te moe’ of ‘te druk’ zijn – en niet weten waarom.
Sensorische prikkelverwerking is het woord dat alles voor mij op zijn plaats liet vallen.
Als leerkracht, coach en mama zie ik dagelijks hoe gedrag onbegrepen blijft. Kinderen die blokkeren, overreageren of zich terugtrekken.
En heel vaak is het lichaam al aan het schreeuwen, lang voor het gedrag dat doet.
We praten vaak over de vijf zintuigen, maar eigenlijk hebben we er acht.
Naast zien, horen, ruiken, proeven en voelen zijn er ook beweging (vestibulair), houding, druk, spierspanning (proprioceptie), en interoceptie – het besef van wat er zich binnenin je lichaam afspeelt (zoals dorst, honger, spanning, nood aan rust).
Wanneer de verwerking van die prikkels verstoord is, heeft dat een enorme impact op leren, gedrag, emotieregulatie, energie, zelfs identiteit.
Daarom schrijf ik een boek. Over wat prikkels écht doen. Over kinderen, jongeren en volwassenen die een andere prikkelverwerking hebben — en wat ze nodig hebben. Over hoe we anders kunnen kijken, luisteren en reageren.
In de komende weken deel ik stukjes van dat proces hier. Fragmenten, voorbeelden uit de praktijk, inzichten. Misschien herken jij jezelf of iemand uit je omgeving.
En als jij ook in dit werkveld actief bent — in onderwijs, coaching, zorg of therapie — dan hoor ik heel graag van je.
0 Opmerkingen

Alle beetjes helpen...

5/5/2025

0 Opmerkingen

 
Kinderen met autisme hebben over het algemeen meer nood aan visuele ondersteuning van communicatie dan neurotypische kinderen. Verbale communicatie is vluchtig en komt niet altijd correct en volledig binnen. Daarom is het gebruiken van visuele ondersteuning aanbevolen bij het maken van afspraken, planningen, ...
Bij ons thuis zetten wij erg in op deze vorm van hulpmiddel, mede ook omdat we merken dat dit voor onze kinderen echt werkt en rust brengt.
Hieronder kan je twee voorbeelden zien van visualisaties voor ons gezin.
Afbeelding
Afbeelding
​Bij ons thuis is het vaak erg druk met twee jongens van 4 en 5 jaar. Dit zorgt ervoor dat niet alleen onze kinderen, maar ook wij als ouders vaak zelf overprikkeld zijn en nood hebben aan rust en stilte. Wij gebruiken hier een verkeerslicht voor. Op dit verkeerslicht kunnen wij onze namen (kan ook met foto's) hangen bij groen-oranje-rood. Op die manier willen we onze eigen grenzen aangeven en doen we aan zelfzorg. Daarnaast willen we hen zelf leren reflecteren én rekening leren houden met anderen.  Het heeft wat energie en tijd gekost om dit te introduceren, maar we merken dat de kinderen ermee leren werken. Momenteel kunnen af en toe (in de juiste omstandigheden) ons even afzonderen (uiteraard 1 van ons 2) en rust nemen.
​In onze living hangen twee weekoverzichten. Op de ene kunnen de jongens aflezen wie hen naar school brengt en wie hen komt halen. Op de andere schrijven we samen op zondag alle plannen voor die week op. Deze voorspelbaarheid en herhaling zorgt voor rust bij onze jongens. Uiteraard gebeurt het wel eens dat er iets veranderd, maar dan gaan we hierover met hen in gesprek. Met een wasknijper kunnen ze zelf aanduiden welke dag het is, op die manier zijn ze op een actieve manier betrokken.
Een duidelijke, gepersonaliseerde weekplanning kan voor kinderen met autisme veel betekenen.

Deze visualisaties helpen beter als de gepersonaliseerd zijn en indien mogelijk zijn gemaakt samen met het kind. Op die manier is de kans groter dat je kind de keuze van visuele ondersteuning goed begrijpt en dat het dus goed werkt.

Wil je ook zo'n visuele ondersteuning thuis, maar weet je niet goed hoe je hier aan moet beginnen? Contacteer ASSentie vrijblijvend voor advies of sjablonen van bovenstaande visuele hulpmiddelen.

Vele groetjes,

​Jenneke

Categorieën: autisme, hulpmiddelen, visualisatie, ouders, thuis 

Alles
Autisme In Het Dagelijks Leven
Autisme Op School
Casussen Uit De Praktijk
Persoonlijk En Visie
Prikkelverwerking
Voor Leerkrachten En Professionals
Voor Ouders En Opvoeders

0 Opmerkingen
<<Previous

    Archieven

    Juli 2025
    Juni 2025
    Mei 2025

    Categorieën

    All
    Autisme In Het Dagelijks Leven
    Autisme Op School
    Casussen Uit De Praktijk
    PDA
    Persoonlijk En Visie
    Prikkelverwerking
    Voor Leerkrachten En Professionals
    Voor Ouders En Opvoeders

    RSS Feed

Proudly powered by Weebly
  • Home
  • Wie ben ik?
  • Wat is ASSentie?
  • Aanbod
  • Praktische info
    • Kalender
  • Prikkelverwerking
  • PDA
  • Blog
  • Downloads en links
  • Webshop
    • Prikkelverwerking materialen
    • Visualiseren
    • Educatieve spelletjes
  • Contact
  • Home
  • Wie ben ik?
  • Wat is ASSentie?
  • Aanbod
  • Praktische info
    • Kalender
  • Prikkelverwerking
  • PDA
  • Blog
  • Downloads en links
  • Webshop
    • Prikkelverwerking materialen
    • Visualiseren
    • Educatieve spelletjes
  • Contact